2 dagen Fraser Island met Fraser Explorer Tours, we zijn er klaar voor! Onze camper mag tijdens onze trip op de camping blijven staan, dus daar hoeven we ons alvast geen zorgen over te maken.

Om 7u15 staan we paraat en om half 8 pikt de bus ons op. Onderweg stappen nog wat andere mensen op een uurtje later zijn we aan de haven waar de ferry ons opwacht. Bent zijn dag kan al niet meer stuk: eerst de bus, dan de boot… op 35minuutjes staan we al op Fraser Island.

We worden naar onze tourbus geleid en stappen met 23 anderen op. 40 was de maximumcapaciteit dus we hebben nog chance. Het is een combinatie tussen een jeep en een bus, speciaal ding. Na 5 minuten rit snappen we meteen waarom er hier alleen 4WD voertuigen kunnen rijden, op Fraser Island zijn er namelijk alleen zandwegen. En met zandwegen bedoelen we echt diep zand waar je makkelijk tot aan je enkels inzakt. Bent doopte onze bus meteen om tot “wiebelbus” en had enorm veel plezier en kriebels in de buik. Tom en ik hadden ineens twijfels en een schuldgevoel. Damn, is dit wel een goed idee, al dat geschud en geschodder? Vooral voor onze Gust? ’t ventje zat dan wel in een autostoel maar het was toch vrij heftig… Gust zelf trok er zich niets vanaan en besloot een dutje te doen, onvoorstelbaar. Tom heeft heel de rit ongemakkelijk gezeten en Gust zijn hoofdje wat geblokkeerd tegen de hoofdsteun zodat hij niet voorover zou vallen in zijn slaap. De bus hobbelt zo een 18km langs een zandweg doorheen het regenwoud.

De zandweg brengt ons door het regenwoud naar onze 1e stop. Lake McKenzie. We krijgen een uurtje om er wat te ontspannen. Een half uur daarvan waren we kwijt door het aan/uitkleden, het extra insmeren en de korte wandeling naar het meer. Maar het meer was prachtig. Zoet helder water, aangenaam fris, zalig… Bent speelde erop los en Gust koos opnieuw voor een dutje… in zijn zwemband, niet te schatten. Alleen jammer dat we er niet wat langer konden blijven. Terug naar de bus, omringd door vieze steekvliegen die gewoon door de kleding prikken, eikebah!

We zetten onze hobbelige rit verder door het regenwoud en trekken naar het midden van het eiland waar we een wandeling van 2 km maken langs de Wanggoolba creek, een stroompje met zo’n helder water dat je het nauwelijks ziet stromen.Het duurt weer even voor we geïnstalleerd zijn (Bent in de draagzak bij Tom, Gust in de draagdoek op mijn buik), de groep was al bijna uit ’t zicht verdwenen toen we klaar waren. Wat een gejaag! Maar de wandeling was de moeite langs 800jaar oude bomen die tot 60m hoog waren. Puur natuur.

Middag, lunch, maar opnieuw met een strak schema. Een uur om te eten lijkt veel maar vliegt zo voorbij. We maken ons in sneltempo klaar voor een wandeling naar Lake Wabby. 45 minuten wandelen door het zand deze keer, hier en daar wat bomen, maar toch vooral in open zon. 30°. Omringd door die steekvliegen. Bent die geen zin heeft om te wandelen (het was ook te zwaar voor hem om door te stappen in dat zand). We twijfelen… is dit wel een goed idee? Warren, onze gids overhaalt ons om het toch te doen, want na 45min zou ons een beloning wachten, een pracht van een meer waar we een uurtje kunnen rusten. Ok dan, opnieuw 9kg op mijn buik, 13 op Tom zijn rug. Maar niet zonder deet te spuiten op armen en benen. Maar tevergeefs, de rotbeesten blijven ons achtervolgen. Halverwege willen we opgeven, aan dit tempo doen we er een uur over tegen dat we daar zijn. Het is echt zwaar stappen door het zand in die hitte. De rest van de groep was in de verste verte niet meer te bespeuren. Alleen de gids kwam achter ons aan en besloot ons langs een andere route naar het meer te brengen. Een route die afgesloten was voor het gewone publiek maar Warren wist wel beter. Hij doet z’n job al 15jaar en dus we volgen hem blindelings. De weg was iets minder zanderig en er was meer schaduw. 20minuten later horen we in de verte mensen plezier hebben aan het meer. We klauteren over omvergevallen bomen en daar zien we een glimps van het meer. Aaaaah, onze beloning binnen handbereik! Letterlijk… want onze weg bleek ineens compleet versperd te zijn. Verschillende bomen blokkeerden onze weg volledig. Geen mogelijkheid om er langs te wandelen. En op 3m afstand zien we het meer liggen. Pijnlijk. Echt. Een uur gewandeld en afgezien voor niets. Maar niets aan te doen, we maken rechtsomkeer en wandelen alweer een uur terug naar de bus. Terwijl Tom en Bent een plasje doen zie ik in de verte een Dingo. Ze zien er zo schattig uit, maar we zijn gewaarschuwd, het zijn gevaarlijke beesten en je loopt er maar best niet in je eentje langs. Dan maar in groep. Warren voelt zich schuldig dat we niet tot aan lake Wabby zijn geraakt en brengt ons 4tjes naar onze resort terwijl de rest wellicht nog aan’t meer lag te genieten. Het zwembad aan onze resort maakt veel goed. Een dikke 3u gewandeld, met de kindjes op de rug/buik, op flipflops. Ik moet er geen tekening bij maken hoe deugd dat zwembad ons deed. Maar goed, we zijn weer een ervaring en een verhaal rijker. De rest van de avond werd gevuld met een goeie douche en lekker mexicaans eten. Rond 21u is ons licht uit.


Dag 2 op Fraser Island begint met een lekker uitgebreid ontbijtbuffet. Vandaag geen lange wandelingen landinwaarts, vandaag blijven we langs de kust, de 75mile beach. En da’s niet gelogen. Nog nooit hebben we zo’n lang en breed strand gezien. We rijden op het harde zand, langs de rand van de oceaan, zalig. Na een kwartiertje stoppen we aan 2 propellorvliegtuigjes, we krijgen de kans om voor 75$ een kwartier te vliegen boven het eiland. De piloot doet zijn verkoopspraatje op de bus en het kriebelt. Dit is een van de weinige plaatsen ter wereld waar ze commercieël vliegtuigen mogen laten opstijgen en landen vanop het strand. Bent zijn oogjes blinken als ik vraag of hij zin heeft om met me mee te stappen op’t vliegtuig. Precies Dusty van Planes! maar dan in’t echt! Maar dan ineens kwam de verrassing van de dag. Warren stapte op ons af en zei dat, als we zin hadden we gratis en voor niets mochten meevliegen! Wow! 150$ in de pocket, en dat allemaal omdat Warren zijn schuldgevoel zodanig groot was dat we lake Wabby gisteren niet hadden gehaald. Tom die anders niet zo happig is op vliegen zet z’n verstand op 0 en we stappen samen met nog een ander koppel in, de kindjes op onze schoot. Off we go! Bent weet niet waar hij het heeft en je kan de spanning zo van zijn gezichtje lezen. Gust beseft er niets van en zit gewoon braaf wat naar buiten te kijken. 15minuten lang vlogen we boven het eiland, boven het tropisch regenwoud, de meren (jawel,ook lake Wabby hebben we gezien), we vlogen net boven de oceaan, en scheerden langs de gigantische duinen. Wauw wauw en nog eens wauw, magniefiek! Landen doen we in stijl op het strand. Dit gaan we nooit meer meemaken.




Van bijna alle andere meergereisde koppels krijgen de kindjes complimenten dat ze zo flink zijn en dat wij tonnen respect verdienen om het toch maar te doen. Toegegeven, dat doet wel deugd om dat te horen.

10tallen kilometers rijden we met onze jeep/bus langs het water, tot aan de champagne pools, een soort rotsvorming aan de oceaan die een natuurlijk zeezwembad vormen. Mooimooi. We rijden verder naar Indian Head, het uiterste punt en hét uitkijkpunt van het eiland. We klauteren omhoog (die kilo’s op buik en rug zijn we intussen gewoon) via de rotsen en vanop een 15tal meter hoogte kunnen we recht de oceaan in kijken. We zien dolfijnen opspringen, zien haaien en gigantisch grote schildpadden. Onze dag kan gewoon niet meer stuk. We rijden terug langs het Moheno wreck, een aangespoeld schip dat er al 80 jaar ligt. Voor de laatste stop van de dag lunchen we bij Eli Creek, een zoetwater stroom die enkele honderden meters landinwaarts begint en naar de zee stroomt. Een natuurlijke wildwaterbaan voor Tom en Bent.




We hobbelen opnieuw landinwaarts en trekken naar de overkant van het eiland om rond 17u onze ferry te halen. Anderhalf uur later zijn we terug in onze camper.
Moe maar tegelijk vol energie om deze post nog neer te schrijven. Fraser Island, je was top, echt, elke dollar waard!

(Foto’s volgens nog. 50MB internet moet je zuinig mee zijn …)