december 3, 2014 AUTHOR: admin CATEGORIES: Australië Tags: , , ,

Dag 27 – Airlie Beach – Saint Lawrence

Nog geen 7u en daar zijn ze weer, de eenden op de camping die het nodig vinden om onze zonen veel te vroeg te wekken. Na 5 nachten op deze camping is het tijd om naar huis te gaan. ’t is te zeggen, terug af te zakken naar Adelaide. We zijn op het meest noorderlijke punt dat we wouden geraken en hebben nog 50 dagen om via Brisbane, Sydney en Melbourne in Adelaide te geraken, tijd zat.

We trekken naar Eungella National Park, een 160km rijden. Er zou een hele leuke “bush camp ground” zijn waar je vogelbekdieren kan spotten en 50 vogelsoorten. Sounds nice en een welgekomen afwisseling met het strand en de zee. We rijden Eungella National Park binnen langs prachtige landschappen en kleine wegen (onze Gps weet ze weer uit te kiezen). We moeten zelfs een paar keer door het water met onze camper. We stoppen even bij de camping en vragen wat uitleg over de wandeling naar de waterval in de buurt. Vriendelijke mens maar weinig uitnodigend om er te overnachten (en 25$ voor een unpowered site is ook niet niks), maar goed, we gaan eerst wandelen en zien dan wel.


We overtuigen Bent om eindelijk eens zelf te stappen, 1,5km te gaan tot aan de waterval waar we gaan picknicken. Het pad is goed begaanbaar, een metertje breed, en we wandelen door het regenwoud. Wat salamandertjes hier en daar, mooie vogels, vlinders en Bent stapt met stok in de hand gezwind mee. Tom met Gust in de draagzak voorop, Bent en ik volgen hand in hand. Tot ik ineens stokstijf blijf staan en mijn hart even 150/u begint te pompen. Ik zie de staart van een slang naast ons op het pad. Ik kijk zijlings achter mij en zie een gladde zwarte fijne slang opkijken. Het beest staart mij aan en voorzichtig zet ik een paar stappen verder zonder een woord te zeggen. En dan komt het besef dat Bent rakelings naast die slang heeft gestapt en ze wellicht net niet geraakt heeft met zijn stok (want op dat moment sloeg hij z’n stok tegen alles aan wat we tegenkwamen). Miljaar! Ik roep Tom erbij en we communiceren verder in het Engels zodat Bent niet doorheeft wat er net is gebeurd. Position switch: Gust in de draagdoek op mijn buik en Bent meteen de draagzak in. Hij snapt er niets van, want hij was toch zo flink aan het stappen? De volgende 500m naar de waterval zijn we extra op onze hoede.



Voor grote afbeeldingen zie hier & hier.

De waterval op zich was wel ok, en het was een leuke plaats om even te zwemmen maar met de kindjes (en de rugzakken) was het iets te moeilijk en glad was om er te geraken. De plaatselijke jeugd deed er bommekes vanop 10m hoogte en toen we hen waarschuwden voor de slang vertelden ze ons dat ze ze hier al veel slangen en pythons hadden gespot. Toen had ik het officieel effe gehad met dat National Park. We eten snel onze bokes op en keren terug richting camper. Al zingend, want dat zou de slangen van ons pad houden. En het werkte, geen slang meer gezien, oef.

Aan onze camper zitten een paar kookaburra’s die we dichterbij lokken met wat restjes van ons boterhammen, kwestie van een paar foto’s te kunnen nemen.


Allemaal goed en wel, maar hier blijven overnachten hoeft voor mij niet meer, dus trekken we weer verder. We rijden nog 240km llangs de saaiste snelweg ooit. Elke bocht lijkt dezelfde, en links en rechts zien we niet anders dan “sugarcane”. We rijden langs een suikerfabriek. Voor de geur moet je niet naar Australië komen want die kan je ook in Tienen opsnuiven). Het is intussen half 6 en de zon begint te zakken. Dat betekent dat we moeten opletten voor overspringende kangoeroes die aangetrokken worden door koplampen. Maar dat betekent ook dat we misschien eindelijk eens ‘roos’ in’t wild gaan zien. En jawel! Ineens duiken ze op. Eindelijk! We maken zelfs even een U-turn op de snelweg om ze nog eens te zien.

Om aan onze (gratis) kampeerplaats in St Lawrence te geraken moeten we nog 5km over een gravelweg rijden, tegen max 30km/u. Bent mag even op de schoot om mee kangoeroes te spotten. Je moest zijn oogjes zien fonkelen als hij de beestjes zag opspringen, met 10tallen sprongen ze door de hoge grassen… geweldig om zien.

Onze kampeerplaats zelf is ook weer om U tegen te zeggen. Zicht op een eindeloos veld, een kangoeroetje in de verte en rust. Ineens staat er een dame aan onze camper met 2 rendier-teddyberen. Ze had gezien dat we kindjes hadden en wou hen een kerstkadootje geven. Wat zijn de mensen hier toch vriendelijk. We bedanken haar met 2 repen Callebaut chocolade die we ’t land hadden binnengesmokkeld. Een mooie afsluiter van een topdagje (op dat slangenincident na)

2 Comments

  1. oma Mieke 10 jaar ago says:

    Gelezen en goedgekeurd,prachtige natuur.Geniet maar verder XXXX

  2. Romy 10 jaar ago says:

    Softies gesignaleerd in de broes

Comments are closed.

Archief

Recente reacties

LAYOUT